Meer vogels in de tuin zorgt voor leven in de brouwerij. Naast het rustgevende gefluit in de ochtend bieden vogeltjes een mooi schouwspel. Ze zijn voortdurend bezig met zoeken naar voedsel, verzamelen nestmateriaal of badderen in het water. Wil jij ook meer vogels in de tuin? Daar gaan we je bij helpen.
Vogels houden van groen
Een onderhoudsvrije tuin, dat klinkt misschien aantrekkelijk voor iemand die geen groene vingers heeft. Voor vogels is een onderhoudsvrije tuin niet bepaald ideaal. Heb je tegels of kunstgras in de tuin en ook nog eens heel weinig beplanting? Dan kan het wel eens lastig worden om veel vogels naar de tuin te lokken. Er is namelijk te weinig variatie in voedsel aanwezig en ook een schuilplaats vinden wordt lastig.
Door struiken en/of een boom in de tuin te planten help je de vogels bij het vinden van een schuilplaats. Hierdoor zullen vogels zich op hun gemak voelen wanneer ze in de tuin zijn. Ze kunnen namelijk snel naar een veilige plek wanneer er gevaar is. Daarnaast zitten struiken vol met insecten en soms ook bessen, echte lekkernijen voor vogels! Een om meer groen in de tuin te krijgen, is bijvoorbeeld door een schutting te vervangen door een heg of een klimplant tegen de muur te laten groeien. Een gazon draagt ook bij aan een gevarieerd voedselaanbod. Vogels prikken graag in het gazon op zoek naar een wormpje.
Beplanting voor vogels
Beplanting in de tuin is altijd een pluspunt voor het aantrekken van vogels. Toch hebben vogels een aantal soorten bomen en struiken waar ze extra vrolijk van worden.
- Solitaire bomen zoals een hulst, appelboom of lijsterbes.
- Heesters zoals taxus, bramenstruik, aalbes of broodboom.
- Hagen zoals een haagbeuk, liguster of meidoorn.
- Klimplanten zoals de wilde bosrank, blauwe regen, klimhortensia of hop.
Vogels in de tuin voeren
Veel natuurlijk voedsel in de tuin is natuurlijk perfect, maar vogels bijvoeren kan ook het hele jaar door. Maar welk voer is eigenlijk geschikt om vogels mee bij te voeren? Voer wat speciaal ontwikkeld is voor vogels is natuurlijk altijd goed. Dit voer is speciaal samengesteld voor vogels en bevat daarom ook niets wat schadelijk is voor de gezondheid. Dit zijn bijvoorbeeld vetbollen en strooivoer voor op een voedertafel of op de grond. Daarnaast zijn broodkruimels, pinda’s en fruit ook prima om te voeren. Vooral na koude winternachten zullen vogels je erg dankbaar zijn.
Wat moet je niet voeren?
Voer allereerst niet overmatig, teveel voer kan lang blijven liggen waardoor het bederft en ongedierte aantrekt. Ook voer met veel zout is slecht voor vogels, voer dus ook geen gezouten pinda’s. Daarnaast is het verstandig om zo min mogelijk voer in plastic netjes te gebruiken. Vetbollen of pinda’s kunnen prima zonder netje gevoerd worden. Het gevaar van deze netjes is namelijk dat vogels er in vast kunnen komen te zitten.
Water om te drinken en te badderen
Vogels hebben behoefte aan schoon drinkwater, zeker in de winter wanneer water in de natuur bevroren is. Maar naast alleen om te drinken, gebruiken vogels ook water om te badderen. Zeker in de winter is dit belangrijk. Badderen maakt de veren namelijk donzig waardoor ze beter isoleren. Zet daarom een ondiepe schaal met water in de tuin. Zet de schaal bij voorkeur in de buurt van struiken, door natte veren kunnen vogels namelijk moeilijk vluchten. Ze voelen zich dan veiliger met een schuilplaats zoals een struik in de buurt.
Vogelhuisje/nestkast ophangen
Door het ophangen van één of meerdere nestkastjes help je vogels bij het vinden van een broedplaats. Bij een kleine tuin is één nestkast voldoende, anders komen vogels in elkaars territorium. Hang een vogelhuisje op een hoogte van ongeveer 2 meter, of bij aanwezigheid van katten wat hoger. Let daarbij op dat het vogelhuisje niet in de volle zon hangt en ook beschermd wordt tegen regen en wind. De opening hangt het best richting noordoosten, maar richting het noorden of oosten kan ook. Op deze manier komt er zo min mogelijk wind in de opening van het vogelhuisje. Tot slot is het belangrijk dat er geen obstakels voor het huisje staan die invliegen lastig maken.
Meest voorkomende tuinvogels
- De meest voorkomende tuinvogel is de huismus. De huismus is een bruin vogeltje waarbij het mannetje donkerder is dan het vrouwtje. Ze eten graag zaden, granen, insecten, brood, bessen en pinda’s. De huismus broedt in kolonieverband, waardoor dit een van de weinige vogels is die in vogelhuisjes naast elkaar broeden.
- Ook de koolmees is goed vertegenwoordigd in Nederlandse tuinen. Ze zijn heel herkenbaar door het gele lijf en de zwarte kop. Voeren in de winter trekt veel koolmeesjes, ze kunnen de hulp namelijk goed gebruiken in de winter. Ze eten graag pinda’s en zaden, maar ook insecten passen in het menu van de koolmees.
- De merel staat niet op 1 in het lijstje, maar is misschien toch wel de bekendste vogel in Nederland. Ze laten zich graag horen door te fluiten. Ze maken hun nesten in struiken, bomen of klimop. Ze houden met name van bessen en fruit, maar prikken ook graag een wormpje uit de grond.
Lees ook eens: Kippen houden in de tuin